Met z’n gentrified buurten, groene fietsenplan en wild uitgaansleven maakt Tel Aviv een daverende opmars. De stad van vrijheid en tolerantie vergeet daarbij zijn verleden niet. ‘Honey, in Israel we all come from the gass.’
Terwijl ik door de buurt Florentine, hartje Tel Aviv, rén – ik ben weer eens laat – stopt een taxi voor me: een vriend uit New York, die ik jaren niet heb gezien of gesproken, springt eruit en enkele seconden staan we verbijsterd tegenover elkaar. Toeval? Natuurlijk, maar misschien niet helemaal, want hoewel verre van voor de hand liggend is Florentine het hipstermekka van het Midden-Oosten. Florentine is hipster, en níet fashionista of – nog erger – hip. Zoals haar grote Amerikaanse broer The East Village is het kleine buurtje verre van mooi, sterker nog Florentine is foeilelijk (zoals de meeste gebouwen in Tel Aviv is alles hier na de stichting van de staat Israel in 1948 gehaast en met weinig geld uit de grond gestampt). In de zomer is de geur van vuilnis op sommige plekken ondragelijk, de lokale supermarkten en constant voorbij daverende vrachtwagens zijn niet bepaald inspirerend te noemen. Maar de goedkope huren trekken jonge studenten, kunstenaars en nichten aan, die – zonder een cent te makken – net in Tel Aviv zijn aangekomen en vastberaden zijn het hier te maken. Op straat bespreken deze angry young men in hun all stars hun audities, de val van Khadaffi en de nieuwste hit van Lady Gaga.