Met zijn Angels in America vestigde Tony Kushner in de vroege jaren negentig zijn naam als een van de meest besproken toneelschrijvers in de Verenigde Staten. Zijn project, goed voor menig Pulitzer Prize en de Tony Award, is het in kaart brengen van de condition humaine en de noodzakelijkheid van vooruitgang. Maar tegenstanders verwijten hem hierin een verstokte rationalist te zijn. Ten onrechte?

Tekst: Gideon Querido van Frank
Dit artikel verscheen eerder in Vrij Nederland

Gehaast komt Tony Kushner (1956) het café nabij Central Park binnen. Na zich met een afstandelijk knikje te hebben voorgesteld, begint hij meteen een vurig betoog af te steken tegen de republikeinse conventie in New York. Pas wanneer ik wijs naar de button op zijn rugtas (‘preemptive war is terrorism’) en opmerk dat Kushner het uitdragen van zijn politieke visie niet beperkt tot schrijven, smelt het ijs. Een vriendelijke grijns verschijnt op zijn gezicht. Zelfrelativerend: “Dit is misschien wel erg Amerikaans, hè? Maar goed, dit zijn beangstigende tijden en ik denk dat in deze strijd élk wapen er toe doet: of deze nu op een tas is gespeld of helemaal niet bestaat.”

Aanklacht

In 1991 verwierf Kushner internationale faam met zijn toneelstuk Angels in America, een zeven uur durend episch drama, dat goed was voor uitvoeringen wereldwijd en unaniem lovende kritieken. Onlangs nog is Angels door veteraan-regisseur Mike Nichols bewerkt tot de gelijknamige televisieserie, waarvan de sterrencast menige Golden Globe in de wacht sleepte. Vlak na ons interview moet Kushner zich naar Los Angeles haasten om die avond nog de Emmy Award in ontvangst te nemen voor beste scenarioschrijver. Deze stroom van loftuitingen die al meer dan een decennium aanhoudt, lijkt een bewijs voor de tijdloosheid van het stuk. Toch is Angels in America een verhaal dat niet los gezien kan worden van de tijd en plaats waarin het speelt: New York in het midden van de jaren tachtig. Centraal staan de paniek in de Amerikaanse homogemeenschap rondom de zojuist uitgebroken aidsepidemie en het publieke zwijgen hierover door de aartsconservatieve Reagan-regering. Wanneer hoofdpersoon Prior Walter aids blijkt te hebben, raakt zijn vriend Louis Ironson in paniek: hij kan het niet opbrengen zijn vriend bij te staan in zijn ziekte. Prior takelt af in een maatschappij die, gevoed door een doorgedraaid geloof in het recht van de sterkste, zwakheid en ziekte negeert.

Personages krijgen visioenen, worden bezocht door geesten uit het Amerikaanse verleden en reizen naar de toekomst en het hiernamaals om goddelijke en metafysische boodschappen in ontvangst te nemen.

Kushner: “Angels is in wezen een grote aanklacht tegen die jaren. Ik ben aan het eind van de jaren tachtig begonnen met het schrijven van dit stuk, toen de homofoob Reagan nog president was, heb het ontwikkeld gedurende de Bush-jaren en het toneelstuk werd een enorme hit in 1993, het jaar waarin eindelijk een democraat tot president werd gekozen. Alle opgekropte woede over de passiviteit van de vorige regeringen, die geen enkel mededogen aan de dag legden voor slachtoffers, kwam toen pas tot uiting. Er ontstond een soort publieke rouw in de Verenigde Staten. In dat omslagjaar beleefde Angels zijn wereldwijde première en ik denk dat deze tendens ongetwijfeld heeft bijgedragen aan het succes van het stuk.” Maar deze verklaring van het succes is gebrekkig. Want hoewel Angels in America niet losgezien kan worden van het politieke klimaat waarin het speelt, is het stuk veel meer dan een historisch drama over de aidscrisis.

Hoewel gesitueerd in de jaren tachtig, ontstijgt Angels in America zijn tijdgebondenheid doordat realisme op spectaculaire en complexe wijze met fantasie wordt gecombineerd. Personages krijgen visioenen, worden bezocht door geesten uit het Amerikaanse verleden en reizen naar de toekomst en het hiernamaals om goddelijke en metafysische boodschappen in ontvangst te nemen. Bovendien is het thema van het stuk, het niet opgeven van hoop op verandering, niet alleen toepasbaar op de aidscrisis, maar op alle tijden van ellende. Hierdoor blijft het stuk actueel.

Radeloze engelen

Ik interview Kushner tijdens het joods nieuwjaar, een feest dat te maken heeft met hoop en verandering. De Verenigde Staten zijn in oorlog, terrorisme dreigt wereldwijd: in hoeverre is het realistisch hoop te koesteren in tijden van grote wanhoop? Na een stilte: “Ik ben een verlichtingsdenker in de traditie van Kant en geloof dat er een genetisch bepaald verlangen in mensen zit dat hen voortdurend beweegt de wereld te verbeteren. Maar ik denk niet dat deze vooruitgang vanzelf gebeurt. Het is een politieke verantwoordelijkheid die je als mens moet nemen. En een privilege, want helaas niet iedereen wordt de mogelijkheid geboden een deel van de toekomst mede te creëren. Hoop is realistisch wanneer ook dit wordt gezien als iets dat niet als een gegeven van boven komt. Het is iets waar je hard voor moet werken om deze uit te laten komen. Vooral nu. Maar ook juist in deze dagen, vervult hoop nog een andere functie: het helpt mensen de meest afschuwelijke tijden overleven.” Aarzelend: “Ook zie ik hoop als een morele verplichting. Er zijn mensen in de wereld die enorm worden onderdrukt en die lijden als gevolg van armoede, militarisme, tirannie of depressie. Maar de gemiddelde westerling heeft een redelijk aanvaardbaar leven en ik denk dat deze tegenover de werkelijk ellendigen de morele verplichting heeft om hoop te koesteren. De meeste mensen in het westen hebben geen daadwerkelijk recht op wanhoop.”

Kort voor zijn zelfmoord in 1940 analyseert Walter Benjamin het schilderij Angelus Novus van Paul Klee. Benjamin beschrijft Klees beeld van de engel der geschiedenis die verbijsterd met open mond een catastrofe gadeslaat. De engel wil de schade herstellen, maar vanuit het paradijs blaast een storm de engel hier vandaan. Met het gezicht nog gericht op het catastrofale verleden, wordt de engel der geschiedenis vooruit geblazen, een beangstigende en onbekende toekomst tegemoet. Deze storm, zo legt Benjamin uit, heet vooruitgang. Dat hoofdpersoon Prior Walter vernoemd is naar Walter Benjamin, is geen toeval. In Angels wordt de doodzieke Prior bezocht door een engel die hem tot profeet uitroept en hem een hemelse missie wil laten verkondigen. Wat wil het geval? Door de puinhoop in de wereld, die de keerzijde is van menselijke vooruitgang, heeft God de hemel verlaten. De radeloze engelen hopen dat de almachtige terugkeert wanneer menselijke vooruitgang en ontwikkeling een halt wordt toegeroepen. Net zoals hen leeft de in de steek gelaten en zieke Prior in de grootst mogelijke misère en heeft ook hij alle redenen bang te zijn voor de toekomst. De boodschap die de melancholische engelen Prior bevelen uit te dragen naar de mensheid, is dan ook: stop moving!

Zelfs God is een schurk.

Kushner: “Met andere woorden, de klassieke reactionaire oplossing. Ik denk dat het een vreselijke vergissing is om terug te keren naar datgene wat je ooit had en nu bent verloren. Zoals Brecht zei: ‘De slechte nieuwe dingen zijn altijd beter dan de goede oude dingen.’ Zoals Benjamin duidelijk maakt in zijn parabel, blaast vooruitgang de mens de toekomst in en is deze beweging niet te stoppen. Wanneer mensen proberen de tijd terug te draaien, gebeuren de meest monstrueuze dingen. Kijk naar de republikeinen.”

Uiteindelijk verwerpt Prior zijn missie en kiest daarmee voor het leven, ondanks alle ellende en pijn die dit met zich meebrengt. Wanneer de engel hem vraagt waarom hij wil blijven leven, antwoordt Prior: “We can’t just stop. We’re not rocks – progress, migration, motion is modernity… I’ve lived through such terrible times, and there are people who live through much much worse, but they live… I recognize the habit. The addiction to being alive. We live past hope. If I can find hope anywhere, that’s it, that’s the best I can do. It’s so much not enough, so inadequate but… Bless me anyway. I want more life.” Het stuk eindigt met de woorden more life, de vertaling van het Hebreeuwse woord voor zegen. Kushner: “Ik denk dat de les van Walter Benjamin is: blijf ondanks alles vechten. Benjamin was van mening dat de mensheid, ondanks eeuwen van rampspoed, de plicht had een nog onbekende en misschien zelfs onheilspellende toekomst te betreden en actief vorm te geven. Zijn parabel is eigenlijk een ode aan het leven, ondanks alles. Maar terwijl de engel in de parabel de toekomst wordt ingeblazen, blijft haar blik terecht gericht op het verleden. Want het is niet alleen naïef, maar zelfs levensgevaarlijk een toekomstbeeld te anticiperen dat niet geworteld is in de brokstukken die je achter je liggen. Als jood wordt mijn politieke denken beïnvloed door Walter Benjamins visie van menselijke vooruitgang: hoop voor toekomstige generaties én de herinnering aan vermoorde voorouders. De enige manier om vooruit te komen is om constant terug te kijken naar en te leren van het verleden. Want vooruitgang betekent zodoende ’n streven naar reparatie van het verleden, maar wél vanuit het heden.

McCarty

Veel personages in Kushners oeuvre zijn schoften: in Angels in America verlaat Louis zijn doodzieke minnaar, dient Joe Pitt de historische schurk Roy Cohn, die op zijn beurt de rechterhand was van McCarthy tijdens de beruchte communistenjachten. Zelfs God blijkt een schurk. Maar wat al deze slechteriken gemeen hebben, is dat zij niet bewust zijn van het kwaad in de systemen die zij dienen. Oprecht geloven ze allemaal in het goede van wat ze doen: “Ik heb moeite met het idee van kwaad als iets strikt metafysisch, dat losstaat van geschiedenis of psychologie. Ik denk dat het antwoord gezocht moet worden in de ellende en het geweld van buitenaf die mensen tot bepaalde daden aanzetten.” De verstokte rationalist is hier aan het woord? Klinkt nogal simplistisch. Begrijpend: “Kijk, wanneer een groep godsdienstwaanzinnigen een lagere school uitmoordt, roepen de conservatieven in koor dat deze groep ‘het kwaad’ vertegenwoordigt en daarmee is voor hen de kous af. Voor zo’n gruweldaad heb ik geen excuus, ik veroordeel het, maar het lijkt me zinnig wanneer er wordt gekeken waaróm mensen bepaalde daden begaan. Natuurlijk zijn die redenen veelal uiterst complex zijn, maar ze moeten wel onderzocht worden. Wat ik in mijn theater probeer te doen, heeft rechts altijd verdomd te doen.”

“Wettelijke rechten zijn voor een minderheidsgroepering belangrijker dan culturele tolerantie.”

In Angels vergelijkt Kushner, zoals vele andere linkse Amerikaanse denkers, de aidscrisis uit de jaren tachtig met de holocaust. In A Bright Room Called Day zet hij Reagan op één lijn met Hitler. Vooral na elf september worden de republikeinen veelvuldig door links polariserend vergeleken met de nationaal-socialisten. Deze nogal ridicule vergelijking van war on terrorism met Lebensraum, van de bezetting van Irak met Auschwitz, klinkt voor de meer genuanceerde Europeaan nogal stuitend. Liggen de ethische grenzen van dit soort polariserende vergelijkingen ruimer in de Verenigde Staten? Kushner: “Waarschijnlijk wel. Wij hebben een tweepartijenstelsel, zodoende zijn polariserende uitspraken al snel extremer dan in veel Europese landen.” Maar opeens vurig: “Maar ik ben van mening dat de holocaust als historisch model gebruikt mag worden om kritiek te leveren op het hedendaagse politieke landschap. De fout die we maken, is dat we de holocaust zien als een metafysisch gegeven. Als een geïsoleerde gebeurtenis die losstaat van het continuüm van de geschiedenis. Maar holocaust is een politieke gebeurtenis die in de realiteit heeft plaats gevonden en die voorkomen had kunnen worden. Dat is de les die ik trek uit het verleden en waarmee ik de toekomst probeer vorm te geven. Ik ben er van overtuigd dat de rechtse denktanks en de financiële wereld Hitler toentertijd als een controleerbare idioot zagen. Ook de mensen die Bush in 2001 kozen, dachten hetzelfde. In de Verenigde Staten heeft rechts geen benul van wat democratie werkelijk betekent. Kijk naar de afgelopen verkiezingen. Ik denk niet dat ik ongenuanceerd of polariserend, maar realistisch ben wanneer ik de republikeinen met nazi’s vergelijk.”

Misschien kunnen dit soort verregaande vergelijkingen gemakkelijker gedijen in de Verenigde Staten, omdat de politieke situatie daar extremer is? Kushner: “Ik weet nog zo net niet of de Verenigde Staten extremer zijn dan Europa. Het in elkaar slaan van homo’s komt nog dagelijks voor in Oost-Europa. Antisemitisme is enorm aan het groeien in Frankrijk en is, in tegenstelling tot Duitsland, nooit weggeweest in landen als Polen en Oostenrijk. In Europa is, met uitzondering van het homohuwelijk, heel weinig aangaande homorechten wettelijk vastgelegd. Wettelijke rechten zijn voor een minderheidsgroepering belangrijker dan culturele tolerantie. Dat laatste kan namelijk ontzettend snel omslaan wanneer het economisch klimaat veranderd. De joden werden in Duitsland voor 1933 ook getolereerd, maar waren amper wettelijk beschermd. Een wettelijke status is cruciaal en homoseksuelen hebben die vreemd genoeg wel in de Verenigde Staten. Ik denk dat de erfenis van de Civil Rights Movements en de politieke arena van wetgeving in dit land enorm zijn en een voorbeeld vormen voor heel veel andere landen.”

“Mijn stukken zijn heel anders dan die shows in de Tweede Wereldoorlog waarin Marlene Dietrich voor de troepen zong. Honey, dát was pas effectief!”

Marlene Dietrich

Ik ben nog niet overtuigd. Kushner: “Het is hetzelfde als het verbieden van Mein Kampf of hakenkruizen in veel Europese landen. Op zo’n manier worden mensen van het verleden vervreemd en wordt aan dit soort abjecte tekens en teksten een bepaalde vorm van macht gegeven. Wanneer ze verboden zijn, komen ze dubbel zo hard terug. Veel beter dan ze te verbieden, is deze zaken juíst bespreekbaar te maken en uit de taboesfeer te halen. Op dat gebied moet ook in Europa nog veel gebeuren. Ik heb het dan niet over Duitsland, dat een indrukwekkende geschiedenis heeft van in het reine komen met het verleden. Maar landen als Oostenrijk of Polen blijven zichzelf zien als slachtoffers van Anschluß of Duitse bezetting en enige vorm van zelfkritiek of historische schuldvraag in publieke discussies ontbreekt in die landen. Daardoor steekt extreem rechts juist de kop op. Niet doordat het dragen van hakenkruizen wel of niet verboden is.”

Met zulke uitgesproken politieke opvattingen is het niet verwonderlijk dat Kushner bekendstaat als een van de meest politiek geëngageerde toneelschrijvers in de Verenigde Staten. Maar hoe effectief is het uitdragen van een politieke visie in kunst daadwerkelijk? Aarzelend: “Mijn stukken zijn heel anders dan die shows in de Tweede Wereldoorlog waarin Marlene Dietrich voor de troepen zong.” Opeens met een campy gebaar: “Honey, dát was effectief! Hoewel ik er altijd naar streef mijn stukken een bepaalde politieke boodschap mee te geven, moeten we het effect hiervan niet overschatten. Natuurlijk heeft kunst invloed op mensen, maar voornamelijk indirect. En het heeft niets te maken met echt activisme. Dat laatste betekent, in een democratie tenminste, stemmen, geld bij elkaar halen, brieven schrijven, lobbyen… Een didactische functie in kunst is prima, in mijn werk zelfs noodzakelijk, maar je loopt daarmee wel het gevaar de werkelijkheid te versimpelen. En dat is het tegenovergestelde van wat kunst moet doen. Een toneelstuk dat als boodschap ‘stem op Kerry’ heeft, is weinig geraffineerd en werkt niet. Maar een toneelstuk dat het fenomeen Bush analyseert, waarom hij zo populair is en wat hij op dit moment in de geschiedenis vertegenwoordigt, kan een heel complex portret opleveren vol vragen en tegenstrijdigheden. In het meest gunstige geval stimuleert kunst de toeschouwer kritische vragen te stellen over de wereld om zich heen. Psychoanalytisch gezien, kan je theater als een droom zien: veilig in het donker krijg je een wereld gepresenteerd die zowel fictief als echt is. Hoewel je ’s ochtends niet wakker wordt met een duidelijk plan de campagne, kan die droom je wel onbewust beïnvloed hebben. Misschien heeft deze je diepste geheimen of angsten blootgelegd. Uiteindelijk hangt het allemaal van de toeschouwer af. Die kan, zoals de meeste mensen, vergeten ooit de droom gehad te hebben, of ze kan erover nadenken en haar acties in de realiteit erdoor laten beïnvloeden.”

“Verbeelding is dan net zo waar als de realiteit. Sterker nog, fantasie kan in de vorm van een utopie een reëel alternatief voor de realiteit bieden.”

Hallucinaties

Dromen, geestverschijningen en visioenen zijn cruciaal in Kushners werk. Wanneer in Angels Joe Pitt zijn neurotische vrouw Harper in de steek laat voor Louis Ironson, beginnen ook voor haar fantasie en realiteit steeds meer door elkaar te lopen. Met behulp van valium ontdekt Harper in visioenen de verborgen seksuele geaardheid van haar man en na een overdosis belandt ook zij, in een gezamenlijke hallucinatie met Prior, in het hiernamaals. Hier wordt de ongelukkige Harper zich bewust van de leugen die zij leeft en zij keert terug op aarde om haar leven te veranderen. Zoals de toeschouwer in het theater, ontdekken Kushners personages door middel van dromen en hallucinaties een diepere waarheid over zichzelf en de wereld, en vechten zij innerlijke en vaak onderdrukte conflicten uit. Ook de verschijning van de engel kan gezien worden als een product van Priors fantasie. Beamend: “De confrontatie met de engel dient als fantastisch kader waarin Prior een antwoord probeert te vinden op de cruciale vraag: heeft dit leven nog wel zin? Door middel van zijn fantasie wordt Prior uiteindelijk bewust van zijn wil tot overleven. Gebeurtenissen die zich in dromen en verbeelding afspelen, hebben vaak meer met de waarheid te maken dan het grauwe oppervlak van de realiteit zelf.”

Gepassioneerd: “Vaak hoor je dat wanneer de realiteit ondragelijk en ontoereikend is, mensen in fantasie vluchten. Door middel van hun verbeelding slagen zij er uiteindelijk in toch bepaalde grenzen te overschrijden. Deze functie van verbeelding en – in het verlengde hiervan – creativiteit heeft mij altijd geïntrigeerd: het troosten en mogelijk maken van overleving. Dit zie je sterk terug bij minderheidsgroeperingen, voor wie verhalen en beelden zo’n belangrijke rol spelen. Verbeelding is dan net zo waar als de realiteit. Sterker nog, fantasie kan in de vorm van een utopie een reëel alternatief voor de realiteit bieden. Alleen door middel van verbeelding zijn hoop en verandering denkbaar.”

Bron: Vrij Nederland